De dagboekschriftjes staan bol van de brieven. Van Kees, over zijn avonturen in Arnhem, en van vriendinnetje Greet die in 1980 naar Amsterdam was vertrokken. Greet schreef prachtige brieven, over het leven aan de universiteit, over het oproer in de straten van Amsterdam tijdens de 'geen woning geen kroning'-rellen, over de nieuwe vrienden die ze maakte. Haar brieven gingen écht ergens over, in tegenstelling tot mijn eindeloze navelgestaar.
Kees maakte ware kunstwerkjes van zijn brieven: vooral de enveloppen werden steeds beeldender en kleurrijker.